Vanmorgen tijdens mijn dagelijkse wandeling dacht ik opeens aan Mozes - hoe opeens de HEERE aan hem verschijnt in een brandende braamstruik die niet verteert. Wellicht heeft Mozes af en toe aan zijn volk gedacht (hij hoedde al 40 jaar de schapen van zijn schoonvader nadat hij uit Egypte was gevlucht), maar God heeft voortdurend aandacht voor dat volk gehad: Hij had hun ellende gezien en hun gejammer gehoord. Hadden ze dan tot God geroepen? Zeer waarschijnlijk deden de meesten dat niet. Maar de HEERE zag en hoorde hen wel en nu ging Hij ingrijpen, ging Hij hen verlossen. Daar was veel voor nodig, maar Hij ging het volbrengen.
Deze gedachte bemoedigde mij. Je bidt voor je kinderen, je kleinkinderen en je familie - je wilt zo graag dat ze allemaal Hem leren kennen. Ik dacht: maar de HEERE God, mijn hemelse Vader, denkt voortdurend aan hen. Hij ziet en hoort en weet wat er werkelijk in hun hart is, waarin ze wellicht kreunen terwijl het aan de buitenkant goed met hen lijkt te gaan. Of ook: als het niet goed met hen gaat en wij ons zorgen maken, dan weet Hij wat er bij hen van binnen leeft, waar ze werkelijk naar verlangen. Het is Zijn verlangen dat ze verlost worden, Hij wil hen redden - veel meer nog dan wij dat willen.
Ons gebed is niet tevergeefs, ook als er wellicht al 40 jaar is verstreken, zoals bij Mozes. Als we verder lezen, dan zien we Mozes het lijkt te hebben opgegeven. Maar de HEERE God geeft Zijn volk niet op. Laten we uitzien naar wat Hij toch nog kan gaan doen en volharden in het gebed.