Vorige week was het weer eens in het nieuws. De James Webb ruimtetelescoop had bij een exo-planeet (die een stuk groter en zwaarder is dan onze iegen Aarde) dimethylsulfide waargenomen. Dat zou - in theorie - kunnen wijzen op leven op die planeet, die op een gunstige afstand van zijn 'zon' (ster) staat. De enthousiaste koppen doen geloven dat het al (bijna) zeker is. Inderdaad kan dimethylsulfide gevormd worden door bacteriën (bij ons), maar we vinden het ook in het interstellaire stof. Wie meer wil weten, leze de grondige reactie van Bart van den Dikkenberg in het RD.
Toch waag ik te beweren dat er wel degelijk 'buitenaards leven' is. De Bijbel is daar duidelijk over. Jezus zelf spreekt aan het kruis over het paradijs (Lukas 23:43), waar hij spoedig samen met de moordenaar naast Hem zou zijn. Paulus vertelt ons dat hij daar ook is geweest - en dat het paradijs in de derde hemel is (2 Korinthe 12:2-4). En er zijn meer mensen daar aanwezig, zoals Henoch en Elia. En natuurlijk God Zelf en de engelen rond zijn troon.
Ik weet het: dat bedoelen die wetenschappers natuurlijk niet. Ze willen het daar ook niet over hebben, ze laten de Schepper nu eenmaal buiten hun gezichtskring. De mens wil nu eenmaal die onloochenbare waarheid van de schepping niet erkennen - hoewel ze geen excuus hebben, zoals Paulus ons vertelt in Romeinen 1:20.